June

Een huis, mijn thuis?

Een telefoongesprek, een huisbezoek en als extraatje een aantrekkelijke powerpoint. Dat zijn de onuitgeschreven regels om in aanmerking te komen voor een huurhuis. Hoe leuker je eruit ziet, hoe groter je kansen.

Vandaag de dag is een huis op de huurmarkt vinden moeilijk, zo niet onmogelijk. Dat geldt voor iedereen. Toch is het voor sommigen moeilijker dan voor anderen. Niet iedereen start op de eerste sport van de ladder, en de top van de berg ligt niet voor iedereen even hoog. Discriminatie op de huizenmarkt is een feit.

Tegelijkertijd leven we in een superdiverse samenleving. Een samenleving van verschillende concepten. Een huis voor de één is er daarom geen voor de ander. Thuis mag dan wel een universeel concept vormen de invulling ervan is een cultureel verschillend idee.

De microkosmos van het kerngezin

"De Vlaming heeft een baksteen in de maag." Dat gezegde weerspiegelt de huur-en koopdrang van een modaal Vlaams gezin. Hoe groter, hoe beter. Toch gaat die ballon niet voor iedereen op.

Antropologe Mary Douglas schreef in 1991 al dat een huis meer is dan een louter materieel object. "Het is een ritueel en symbolisch centrum van het sociaal leven", zei ze. "Een embryonic community" een soort microkosmos van een bredere sociale orde. De plaats en ruimte waarin iemand woont, weerspiegelt diens ideeën over samenleven, privacy en gezag.

Dat verklaart veel over de huurproblemen die migrerende gezinnen ondervinden in een nieuwe samenleving. Hetgeen iemand met een verschillend cultureel concept zoekt in een huis, is vaak niet beschikbaar op de plaats waar die persoon terecht komt.

De microkosmos van een Westers kerngezin weerspiegelt één gezin, één woning. Strenge voorwaarden over privacy gelden. Neem bijvoorbeeld de discrepantie tussen buurlanden Nederland en België. Wandelend doorheen de straten van onze noorderburen kan je vaak het gezapige leven binnenshuis aanschouwen. Hier in België blijven de gordijnen dicht.

Die culturele verschillen zijn bij sommige huishoudens aanzienlijk groter. Gezinnen tellen meer leden, huizen zijn kleiner. Samenwonen met een voltallige familie binnen de muren van één pand is geen reden om te panikeren. Meergeneratiewonen is de norm.

Een bevooroordeelde woonmarkt

De Belgische wetgeving blijft sterk vasthouden aan de woningnorm van het kerngezin. Per wet bepalen de netto vloeroppervlakte, de minimale plafondhoogte en de bezettingsnorm de geschiktheid van een huis. Concreet betekent dat: slechts een aantal bewoners mogen wonen in een pand, afhankelijk van het aantal kamer en de totale oppervlakte van die woonst. Wordt die norm overschreden, dan volgend er consequenties.

Grote gezinnen die naar België migreren en er een ander cultureel woonconcept op nahouden, botsen op een muur. De prijzen voor grote appartementen of huizen zijn torenhoog. Zo bevoordeelt de woonmarkt kleine huishoudens en negeert ze culturele diversiteit.

Botsing in de praktijk

In de praktijk leiden die culturele verschillen en structurele ongelijkheid tot botsingen. Oekraïense gezinnen spreken van 'magie' wanneer ze per toeval en met de nodige informele netwerken een appartement kunnen bemachtigen. Die realiteit geldt niet enkel voor hen, maar voor zowat alle migrerende gezinnen. Een te groot gezin of breed familiaal netwerk is jammer genoeg, vanuit dit oogpunt, een nadeel in deze maatschappij. Langdurige noodopvang en onzekerheid zijn het gevolg.

Wat betekent een (t)huis voor jou?

Wat betekenen deze culturele verschillen voor de toekomst van wonen in een superdiverse samenleving? Hoe inclusief is onze huidige woonsvisie? Dat zijn vragen die ik me stel.

Moeten we onze normen omtrent wonen hervormen? Naast de superdiverse samenleving doet de toenemende vergrijzing in ons land me daartoe ja knikken. Hoe duurzaam is het om grote woonsten te bouwen, die na het vertrek van de kinderen een overvloed aan onbenutte ruimte nalaten?

Het lijkt me belangrijk dat we in het woningdebat (en niet alleen daar) culturele verschillen erkennen en omarmen. Dat "imagining change" ons niet afschrikt. Durven leren van andere woonvormen, eerder dan er argwanend tegenover te staan.

Daarom nodig ik je uit. Wat betekent een huis voor jou? Correspondeert dat met jouw huidige woonsituatie? Hoe denk jij dat we ruimte kunnen creëren voor anderen en meer inclusief tewerk te kunnen gaan?

Ik ga er zelf alvast mee aan de slag.

Lieve groet,

Maria-Laura